Roerbak Kipsaté bedacht ik laatst en moest absoluut op mijn blog. Nu denk je misschien dat ik in een roerbakfase zit. Het is geen fase, het is chronisch. Gaat nooit meer over. Minstens twee keer per week is het raak.
Konden jullie natuurlijk niet weten, want ik deel hier niet zoveel over. Ik dacht dat jullie misschien geen interesse hadden in dit soort maaltijden van mij. Niets is minder waar, blijkt. Dus hier weer een lekker snel gerecht: Roerbak Kipsaté. Heerlijk met rijst of bami.
Plaats je een foto en tag je me op social media als je het hebt gemaakt en je vindt het lekker? Vind ik erg leuk om te zien!
Dit heb je nodig voor 4 personen
500 gram kipfilet, in blokjes gesneden
200 gram taugé, gewassen
150 gram wortel julienne (zakje)
gekookte rijst naar keuze (ongeveer 75 gram per persoon)
200 ml water
3 eetlepels pindakaas
3 eetlepels zoute sojasaus of iets meer naar smaak
1 bosje bosui
1 theelepel korianderpoeder
1 theelepel komijnpoeder
1 theelepel knoflookpoeder
1 theelepel sambal oelek of meer naar smaak
seroendeng om het gerecht mee te bestrooien
olie
Zo maak je Roerbak Kipsaté
1. Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking.
2. Was de bosui, snijd de dikke (harde) gedeelten in grove stukken en de zachtere stukken aan de bovenkant in dunne ringen.
3. Bak de kip met een beetje olie in een hapjespan goudbruin.
4. Doe de kruiden in de pan en bak even mee.
5. Voeg toe: water, sojasaus, pindakaas, sambal en roer goed door. Doe dan de dikke gedeelten van de bosui in de pan.
6. Breng aan de kook en laat ongeveer 10 minuutjes zacht sudderen, totdat de kip gaar is. Af en toe even roeren.
7. Voeg dan de taugé, ringen bosui en wortel julienne toe en roer door. Verwarm kort mee.
8. Schep de rijst op de borden, verdeel hierover de Roerbak Kipsaté en bestrooi met wat seroendeng.
Heerlijk met schijfjes komkommer en wat atjar tjampoer.